Eline Laro • Anekdotes uit het verpleeghuis

Een paar korte verhaaltjes van wat je zoal meemaakt als je werkzaam bent in het verpleeghuis.

Neuzen
‘Laatst was ik bij één van mijn patiënten op de somatiek-afdeling. Ze had een lichamelijke klacht, maar voor ik het wist, raakten we aan de praat over allerlei andere zaken (ze houdt van kletsen en gezelschap). Toen vertelde ze mij een verhaal dat ik niet snel zal vergeten.

Deze mevrouw heeft een ziekte aan haar ogen waardoor ze erg slecht ziet. Hiervoor krijgt zij regelmatig injecties in haar ogen om verdere achteruitgang van het zicht tegen te gaan. Hiervoor gaat zij dan op en neer naar de oogarts. De injecties gaan altijd hetzelfde: ze wordt in een kamer gebracht waar ze moet gaan liggen. Een verpleegkundige vraagt nog wat dingen uit en de oogarts plaatst daarna de injecties. Ze vertelde mij dat de verpleegkundige altijd vraagt of ze ergens allergisch voor is. Zij antwoordt altijd met: “Ja, voor knappe mannen”. De verpleegkundige zegt dan meestal: “Die hebben we hier niet.” Laatst hoorde de (mannelijke) oogarts dit en zei: “Ik ben hier ook nog… Mevrouw, kan ik er mee door?”. Zij moest toegeven dat ze het niet kon zeggen, want ze kon hem niet goed zien. Vervolgens kwam de oogarts heel dicht bij deze mevrouw staan, zo dichtbij dat hun neuzen elkaar aanraakten. “Kunt u het nu goed zien?”. Deze mevrouw was er helemaal ondersteboven van en kon alleen maar denken: ik heb geneusd met de oogarts!’

Crime scene
‘Op mijn PG-afdeling woont een mevrouw die soms last heeft van wanen en hallucinaties. Ik heb afgesproken met de apotheker voor een medicatiereview. De apotheker komt naar het verpleeghuis en ik ga hem bij de ingang ophalen. Ik loop naar hem toe en ik zie dat de desbetreffende patiënte iets probeert te vragen aan hem. Ik spreek haar aan: “Dag mevrouw, kan ik u ergens mee helpen?”. Waarop zij zegt: “Ik moet naar het station, maar ik durf daar niet te lopen, want er zitten bandieten.”. Ik zeg dat ik net van het station af kom, en dat ik geen enkele bandiet gezien heb. Ze is gerustgesteld. Vervolgens kijkt ze mij en de apotheker aan en vraagt: “Zijn jullie partners?”. Waarop wij uitleggen dat we collega’s zijn. We sluiten het gesprekje af. “Nou partner, zullen we beginnen met de review?”

Later sluit de verpleegkundige aan bij de review en bespreken we ook de medicatie van deze mevrouw. De apotheker en ik vertellen wat we eerder deze middag hebben meegemaakt met deze patiënte. De verpleegkundige vertelt dat deze mevrouw net tegen haar had gezegd: “Die twee, die moeten ze wegsturen!”. Zou ze het over ons gehad hebben? Ineens zijn we partners in crime.’

Vieze oren
‘Pas geleden had ik een familiegesprek van een patiënt van mij op de PG-afdeling. Deze mevrouw is vaak somber en we wilden samen met de familie bekijken of er nog dingen zijn die wij kunnen doen, om de stemming te verbeteren. Ze leek de afgelopen periode slechter te horen. Kan dit ook een rol spelen?

Toen ik deze vraag kreeg, moest ik terugdenken aan een workshop die ik ooit heb gevolgd. Hierbij konden wij ervaren hoe het is om met bepaalde ouderdomskwalen te leven. We zaten in een groepje bij elkaar en iedereen kreeg iets anders: de een kreeg een bril waardoor het leek alsof je staar had, de ander kreeg een handschoen waardoor haar hand ging trillen. Zelf kreeg ik een koptelefoon om te ervaren hoe het is om slechter te horen. Toen we allemaal onze ouderdomskwaal hadden ontvangen, kregen we de opdracht om een potje te gaan kaarten. Dit liep helemaal in de soep: “Is dat een harten drie of een ruiten drie?” “Wat zeg je?” “He, nou is de stapel kaarten omgevallen” “Nee, ik was aan de beurt”. Nog nooit heb ik zo’n uitdagend potje zitten kaarten. Na 30 minuten de koptelefoon op te hebben gehad, merkte ik dat er iets met mij gebeurde: ik had geen zin meer om mee te doen met het spel, ik begon achterover te zitten en mij terug te trekken. Toen besefte ik mij: dit is dus wat slechter horen met je kan doen. Als iemand zich terugtrekt, dan moet ik er aan denken dat dit te maken kan hebben met het gehoor.

Terug naar het familiegesprek. Ik heb afgesproken dat ik meteen even de oren van deze mevrouw zou nakijken. Als er te veel oorsmeer in zit (ook een bekende ouderdomskwaal), dan kan dit het gehoor nogal beperken. En dat is iets dat makkelijk op te lossen is. En wat blijkt: in haar oor zat inderdaad een oorsmeerprop! Wat bijzonder om te merken dat zelfs te veel oorsmeer kan samenhangen met de stemming.’

Foto Eline Laro

Deze blog is geschreven door Eline Laro. Eline is Specialist Ouderengeneeskunde en werkt op een PG-afdeling en somatiekafdeling van Van Neynsel in ’s-Hertogenbosch en Vught.
Lees ook de andere blogs van Eline