Op huisbezoek bij Dirk

Als aios ouderengeneeskunde is geen dag hetzelfde. Zo ga ik tijdens mijn stage in de ouderenpsychiatrie samen met een collega op huisbezoek bij Dirk. Zijn vrouw heeft het over kortsluiting in de bovenkamer. Ze woont al drie jaar ergens anders, omdat het samen niet meer gaat. 

Verleden en heden

Dirk werkte op de Albert Cuyp en woont er al zijn hele leven op 1 hoog. In zijn ijskast staan tien pakken vanillevla, het gas is al een tijdje afgesloten. We zitten knie tegen knie, omdat hij hardhorend is. Het is ingewikkeld een gesprek te voeren met deze grote, imposante man. We willen graag een beeld krijgen van zijn verleden en heden, zodat we hem met zijn nabije toekomst kunnen helpen. ‘Eerrrrrrrrrvol ben ik ontslagen bij de Prinses Irenebrigade. Gevochten in Indonesië. Ik zat op een stoel, vastgebonden. Dáár zat iemand, dáár zat iemand’. Dirk wijst in het luchtledige. ‘Ze wilden me doodmaken, ik zal als een rat in de val.’

Boos

Opeens verheft Dirk zijn stem en schreeuwt: ‘Daggadaggadam’. Hij maakt er schietbewegingen bij. Het speeksel vliegt in het rond, het plaatje wordt er niet charmanter op. Ik kijk even of de voordeur op slot zit. Mocht Dirk zich verliezen in zijn oorlogsverleden, dan wil ik mijn vluchtroute alvast uitgestippeld hebben. ‘Eerrrrrrrrrvol, vertel ik u. Maar mijn penning heb ik in de gracht gegooid, ik vocht niet voor de eer, ik vocht voor mijn land.’ Zo boos.

Zingen

We snijden een ander onderwerp aan en vragen Dirk hoe hij zijn dagen vult. ‘‘s Ochtends spring ik onder de douche’, begint hij. Zowel het ‘springen’ als het ‘douchen’ komen erg ongeloofwaardig over. Hij vertelt dat hij daarna naar de markt gaat. Stoffen verkoopt hij, een euro de meter. Ze willen dat hij zingt op de markt. Dirk gaat recht opzitten en zingt uit volle borst: ‘This is my life’, van Frank Sinatra. Zijn klankkast heeft hij mee. Het klinkt niet onaardig, maar het is wel wat aan de harde kant. Hij hoeft er overigens geen geld voor.

Generatiekloof

We vragen hoe het met slapen gaat. ‘Eerrrrrrrrrvol’, antwoordt Dirk. ‘Eerrrrrrrrrvol ben ik ontslagen bij de Prinses Irenebrigade. Maar nu is iedereen dood.’ Hij begint te huilen. We wachten even tot hij gekalmeerd is en proberen wat te troosten. ‘En met eten’, vragen we? ‘Een euro de meter’, antwoordt Dirk. ‘Het drinken dan?’ ‘Geen Indianenwater, als u dat soms bedoelt’. Hij kijkt er nogal boos bij en ik schuif wat op richting de voordeur. Ik heb werkelijk geen idee wat hij bedoelt en voel instinctief aan dat hier een generatiekloof speelt.

Leuke man

‘Ik leef zover heen’, zegt Dirk verdrietig. Ongelooflijk hoe het brein zich opeens lijkt te herstellen. Het duurt maar kort. Als we tot slot nog een rondje door het appartement maken, zien we overal vieze onderbroeken, vuile kleding en troep liggen. Rondom het bed is de geur niet te harden. Dirks vrouw zit inmiddels naast ons te huilen. ‘Hij was zo’n leuke man.’ Ze doet elke week zijn was, maar kan zijn verhalen niet meer aanhoren.

Bewogen leven

Deze stoffenverkoper is ziek en heeft hulp nodig, toezicht, aandacht. Thuiszorg wordt een ramp. Dirk zwerft de hele dag over straat. Zijn autonomie is hem heilig. Elke meter van de Albert Cuyp vandaan is er eentje richting zijn graf. Ik gun Dirk een opgewekte en veilige laatste fase van zijn leven en ben van plan een plek in het verpleeghuis voor hem te gaan zoeken. Een plek die recht doet aan zijn bewogen leven. Ik ben ervan overtuigd dat ik die ga vinden ook. Eenmaal buiten horen we Dirk op 1 hoog weer zingen: ‘This is myyyyyyy life.’ We stappen op de fiets naar de volgende patiënt. ‘En wat voor een life’, denk ik.

Deze blog is geschreven door Karolien Biesheuvel-Leliefeld en zij is aios ouderengeneeskunde. Je kunt een dagje meelopen met Karolien of een andere aios of specialist ouderengeneeskunde. Meld je nu aan!